LUTTI TRANS KFT

1.1 We voeren een lokale inspectie uit voordat we de put voor de watervoorziening en de infiltratieput aanleggen, waarbij we de grondwaterdragende laag zullen zoeken. 1.2 Na het vinden van de waterlaag beginnen we met het werk met een putboormachine met kabel. De aarde wordt tot aan de waterdragende laag opgegraven, daarna worden de aarde, grind en zand in de prefab betonputring geplaatst. De afmetingen van de ringen zijn verschillend, hun keuze hangt af van de verwachte wateropbrengstbehoefte, maar ook de bodemstructuur speelt een belangrijke rol. 1.3 De diepte van de put hangt af van de waterafgifte, de geplaatste betonringen zakken door hun eigen gewicht in de grond, onder de onderste ring graaft de schep voortdurend de aarde uit. Het waterniveau van de gegraven putten is onconstant, het wordt beïnvloed door neerslag, omdat dit de putten voedt. De opslagcapaciteit van de gegraven putten bedraagt 6-8 m3, het opnieuw vullen hangt ook af van de bodemstructuur. Het kan niet voorkomen dat deze putten de benodigde waterafgifte niet kunnen waarborgen, in tegenstelling tot de boorputten. Voor het verhogen van de waterhoeveelheid van de boorputten is een hydraulische uitbreiding van de putbodem noodzakelijk.