Potentiometers - 3.2 Absolute lineariteit

Met de steeds toenemende automatisering van assemblagelijnen, ontdekken gebruikers dat waarden voor absolute lineariteit steeds belangrijker worden. In tegenstelling tot onafhankelijke lineariteit is bij absolute lineariteit de referentielijn volledig gedefinieerd (Fig. 8), zodat er geen behoefte is aan latere systeemafstelling. De definitie van een indexpunt legt een relatie vast tussen de mechanische invoerwaarde (verplaatsing of hoek) en de uitgangsspanning. Potentiometers waarvan de lineariteit door deze criteria is gedefinieerd, kunnen worden geïnstalleerd zonder dat er later aanpassingen nodig zijn. Net als bij onafhankelijke lineariteit is het het beste om de absolute lineariteit van een potentiometer te bepalen door de uitgang te vergelijken met die van een masterpotentiometer. Bij absolute lineariteit is het vaak noodzakelijk dat de tolerantievakken gestapeld zijn. Fig. 9 toont een praktisch voorbeeld. Fig. 8 Fig. 9