Processen - ATM 12

De afvoeren ATM 8-12-16 zijn meervoudige afvoersystemen, met tot 16 als compacte eenheid uitgevoerde enkele afvoeren. Elke afvoereenheid werkt als een afzonderlijk systeem. Hierdoor kunnen tot 16 enkele draden in een vak worden samengevoegd en opnieuw gewikkeld (aantal enkele draden in het vak is willekeurig). Een constante draadaftrekkracht wordt gerealiseerd via een veerbelast danser-systeem en een elektronisch geregeld remsysteem. Hysterese remmen worden als regelremmen gebruikt. De danserpositie wordt opto-elektronisch vastgelegd (optische sensor, afstandsmeting) en doorgegeven aan het remregelsysteem, waarna een overeenkomstige remstroom wordt gegenereerd. Het geregelde remsysteem maakt hoge wikkelsnelheden mogelijk bij voldoende wikkelkwaliteit (voldoen aan de "doorhangtest", ook wel "catenary test" genoemd, zie technische gegevens). In het geval van een draadbreuk of draad einde vindt er via een draadbreuk schakeling een snelle stop plaats (alle in gebruik zijnde afvoereenheden worden afgeremd). Een "NOODSTOP" wordt gerealiseerd via een permanente magneetrem.