Opwaartse Proces

DSEC's toewijding aan de bouw van bio-ethanolinstallaties is gebaseerd op zeer gespecialiseerde technische kennis van de ethanolproductieprocessen; in dit artikel vindt u een gedetailleerder begrip van het upstream-proces. In Europa en de VS verwerken de bestaande traditionele 1e generatie bio-ethanolinstallaties doorgaans granen (maïs, tarwe, rogge, ...) en andere grondstoffen die zetmeel of suiker bevatten (bijv. suikerbieten). De grondstof ondergaat aanvankelijk een vergruizing (malen voor granen) om de deeltjesgrootte te reduceren tot een zodanige mate dat de enzymen in contact komen met de zetmeelmoleculen in de volgende stappen. Tijdens de vloeibaarmaking met alfa-amylase wordt zetmeel afgebroken tot laag-moleculaire suikereenheden, de zogenaamde dextrines. In de volgende processtap, saccharificatie, worden deze dextrines verder afgebroken tot fermenteerbare suikers met behulp van gluco-amylase. In het fermentatieproces worden deze fermenteerbare suikers deels aerobisch omgevormd, maar voornamelijk anaerobisch door Saccharomyces cerevisiae (gist) tot biomassa en ethanol; suikerhoudende grondstoffen zoals suikerbieten kunnen direct na het vergruizen in de fermentatie worden gevoerd. Upstream procesgroepen: - Opslag - Schoonmaken - Malen / Vergruizen - Mashing - Vloeibaarmaking - Saccharificatie - Fermentatie (batch of continu)