Transportbanden met een flexibele band zijn bedoeld voor het transporteren van losse materialen, stukgoederen en eenheden in een horizontale of hellende vlak. Het laden en lossen van materiaal kan op elke gewenste plaats van de transportband plaatsvinden, afhankelijk van de behoeften van de gebruiker. De beweging van de band kan eenrichtings- of tweerichtingsverkeer (reversibel) zijn. Voor transportbanden worden stof-rubber banden, zeefjes, segmenten van banden die in een gesloten circuit zijn verbonden, gebruikt, dat de aandrijfbom en de spanningsbom omvat. Om een constante spanning van de band te behouden, worden spanningsmechanismen (schroef-, gravitationele - centrale of eind) gebruikt. De gespannen band is wrijvingsgewijs gekoppeld aan de aandrijfbom, die, door te draaien, de band door de bovenste en onderste rolsets en geleidingsbommen voert.
De band neemt materiaal op van de vulbak en transporteert het naar de losplaats, waar het kan worden gelost:
− met een vaste, een- of tweezijdige afvoerplank,
− met een afvoerwagen,
− van de aandrijfbom.