Een zoutoplossing wordt in contact gebracht met een waterdoorlatende membraan (maar ondoorlatend voor de opgeloste vaste stoffen) bij een druk die hoger is dan de osmotische druk van de oplossing.
De positieve of negatieve ionen die op deze radicalen zijn gefixeerd, worden vervangen door ionen van hetzelfde teken in de vloeibare oplossing die ermee in contact staat.